Alle preken

Leven van vertrouwen

Als vertrouwen voor geloven de basis is, hoe kunnen we dit dan uitstralen om weer een sprankje hoop te brengen en het smeulende vertrouwen weer tot leven te wekken?

Zusters en broeders,

Een enkel wachtwoord is allang niet meer voldoende. Je moet tenminste dubbel beveiligd zijn. Want oplichting en fraude liggen op de loer en vóór je het weet ben je duizenden euro’s lichter gemaakt. Speciale mails wijzen je op dit gevaar; met een enkele druk op de knop kun je je gegevens ‘veiligstellen’. Tussen aanhalingstekens, want het zijn mails van oplichters. Vóór je het weet, ben je er in getrapt. En ze zijn sluw, de oplichters. Vorig jaar bleken er in mijn naam frauduleuze mails rondgestuurd te zijn… Vertrouw dus nooit zomaar zo’n bericht. Vertrouw dus eigenlijk nooit zomaar iemand aan welke ‘andere kant’ dan ook. Niet op internet, niet met de telefoon, niet bij de deur… Voor je het weet, ben je er in getrapt.

De gevaren zijn toch reëel genoeg? En dan kan vertrouwen goed lijken, maar controle is beter! (Aldus Hoffmann bedrijfsrecherche (in een bekende radioreclame), en aldus mw Wijngaarde van de Fraudehelpdesk. En aldus natuurlijk Vladimir Lenin, die in 1921 dit motto bedacht toen hij de KGB oprichtte. En van zijn opvolger Joseph Stalin, die preventief miljoenen mensen uit de weg ruimde om de controle vooral maar te houden. En aldus Vladimir Poetin, die het kunstje af blijkt te hebben gekeken.

Laten we niet naïef zijn, en de gevaren, en het kwaad, in de wereld niet onderschatten. Maar is de drang naar controle uiteindelijk misschien niet zelf een groot kwaad? De firma Hoffmann en de fraudehelpdesk zijn vast niet zomaar op één lijn te stellen met de KGB, Goelag, en duistere praktijken van Poetin. Maar heeft vertrouwen niet goeddeels plaats moeten maken voor wantrouwen? En is dat op termijn een goed idee?

Het gaat niet alleen om veiligheid, want de hang naar controle maakt deel uit van de afrekencultuur. Een cultuur die niet om verantwoordelijkheid, maar om aansprakelijkheid gaat. Een cultuur waarbij altijd iemand als schuldige aangewezen moet worden, die lang niet altijd bij de aanstichters gezocht worden. Want als er afgerekend moet worden, is falende controle een betere doelwit. Bij rellen in de samenleving is het niet meer de vraag wat de relschoppers bezield, maar is het de vraag waarom het niet voorkomen werd. Niet de hooligan, maar de ordehandhaving zit dan in de beklaagdenbank.

In zo’n afrekencultuur is het ontlopen van verantwoordelijkheid aantrekkelijker dan het nemen van verantwoordelijkheid. Want als je verantwoordelijkheid kunt afschuiven, dan is het altijd de schuld van een ander, als het mis loopt. En kun jíj er nooit op worden aangekeken. Liefst alle controle willen we hebben, maar nergens op worden aangesproken.

Nauwkeurig proberen we de aansprakelijk af te schuiven, en we ontwerpen een woud van regels en procedures, protocollen en checklisten. Want dan kun je altijd terugvinden, wie wat waar fout heeft gedaan. En dus wie de schud heeft, mocht het fout gaan.

Natuurlijk, procedures en checklisten zijn op zichzelf zeer nuttig. Bij een operatie is het zinvol om standaard de gebruikte materialen te tellen, vóórdat de patiënt wordt dichtgemaakt; zodat geen tangetje in de buik van de patiënt zoek kan raken… Maar als het alléén om protocollen en checklijsten gaat, verdwijnt dan de deskundigheid van een arts niet? Het medische oordeel maakt dan plaats voor het invullen van de juiste lijstjes. En afwijken daarvan is riskant, want dan ben je niet meer door het systeem gedekt. Om dat te voorkomen is juiste rapportage van essentieel belang. En doen we dat onderhand niet allemaal, een groot gedeelte van de dag? Rapporteren, om aansprakelijkheid af te dekken? Controle, waar de KGB jaloers op zou zijn. En die niet in de Sovjet Unie van ooit afgedwongen vervolmaakt werd, maar die in onze eigen tijd, uit vrije wil, tot hoge graad van perfectie is gekomen…

Het gaat bij controle niet alleen om het afdekken van gevaren, of om het verbeteren van processen. Het gaat óók om de angst te mislukken, om ontoereikend te zijn, om te kort te schieten en door de mand te vallen. De afrekencultuur hangt samen met de dreiging dat ons leven niets waard is als we niet geweldig, liefst perfect zouden zijn; in ieder geval beter dan de concurrentie. Is dat niet de onderliggende betekenis van de protocolisering, dat prestaties objectief vergelijkbaar worden, en dat we daarmee onderscheid kunnen maken tussen top, gemiddeld en mislukt? En dan is gemiddeld niet goed genoeg; want alleen de top telt. En mislukt is hopeloos. In die ratrace van het bestaan laten we niets aan het toeval over, maar willen alles onder controle te hebben. Want dan kun je alle gevaren misschien tijdig ontdekken en wordt je niet overvallen door onverwachte tegenslagen. Of door rivalen, die van onbewaakte momenten gebruik maken om hun slag te slaan. Argeloosheid wordt afgestraft; op je hoede zijn ‘is beter’.

De afrekencultuur hijgt ons in de nek; maar loopt misschien onderhand tegen haar eigen grenzen aan. Medische faculteiten schaffen het judicium cum laude af. Niet omdat het betekenisloos is geworden, maar omdat het teveel stress oplevert. En wellicht omdat de dokters niet per se beter worden als er alleen voor ‘de school’ en niet ‘voor het leven’ wordt geleerd (non scholae sed vitae discimus).

Laten we niet naïef zijn, en het kwaad en gevaren onderschatten. Maar laten we ook niet denken dat we met controle alles in de hand kunnen hebben. Dat zou ook erg spijtig zijn, want dan zou je nooit verrast kunnen worden door iets nieuws, door iemand anders. In de Bijbels opvatting van liefde is dat in feite het dragende motief. Liefde is niet iets zoetsappigs, geurt niet naar viooltjes en smaakt niet naar aardbeienijs. Liefde gaat erom dat we het krijgen mogen. Dat het niet om onze eigen wijsheid, kennis en overtuigingen gaat. Maar om wat ons geschonken wordt. En waarmee we elkaar ten dienste kunnen staan. Dat vereist dat we anderen in beginsel vertrouwen. En vereist dat wijzelf betrouwbaar zijn.

Perfectie is daarvoor in het geheel niet vereist! Een tamelijk groot thema raken we vandaag; naar aanleiding van een vraag door één van de gemeenteleden. En vast een thema dat we hiermee niet uitputtend bespreken. Maar wel een thema dat alles met geloof te maken heeft. En met de plechtigheid die we vandaag in het bijzonder vieren. Want de doop maakt je vrij van de noodzaak om je leven zelf te bewijzen. We mogen het immers als geschenk van God beschouwen. En dan hoeven we het niet meer tegen de klippen op onder controle te houden!

In de afrekencultuur gaat het om prestaties, gaat het op reputatie, gaat het om scoren en om lijstjes. Gaat het of de bewondering, liefst de afgunst van anderen. Nooit komt je tot jezelf, want gaat het altijd om het oordeel van anderen. In de afrekencultuur moet je zo goed mogelijk voor de dag komen, en mag de ontoereikendheid van het leven nooit zichtbaar zijn. Want perfectie kent geen smetjes. Nooit krijg je rust, omdat er altijd wat te poetsen of te camoufleren is.

Dáárom is ‘zonde’ een bevrijdend en troostende notie. En niet, zoals vaak gedacht (en soms ten onrechte verkondigd) een onderdrukkend of diskwalificerend begrip. Want in ‘zonde’ krijgt de ontoereikendheid plaats. Wat overal elders verstopt of gecamoufleerd moet worden, omdat het jouw geweldigheid zou bezoedelen, mag voor het aangezicht van God plek hebben: alles wat niet goed ging, waar je in faalde, waar je in te kort schoot. Alle mislukking, alle zonde, mag aan God worden opengelegd. En Hij rekent je er niet op af, maar aanvaardt in Zijn oneindige liefde ieder mensenkind die Hem aanroept. Dan hoeven we ons niet beter of anders voor te doen dan we zijn. En mag alles er zijn, wat er is; wat er ooit zal komen. Dan hoeven we de waarde van ons leven niet zelf te bewijzen of aan te tonen, maar dan mogen we de waarde het leven krijgen en ontvangen.

Dat krijgt gestalte in de doop. De zekerheid dat ons leven er toe doet, wat er ook gebeuren zal. Nooit zullen we de toegang tot God kunnen verspelen; altijd mag dat de vaste rots zijn waarop wij bouwen. Zouden we dat niet gráág aan onze kinderen meegeven? En zouden wij daar niet graag in dankbaarheid van getuigen? Want dáárin vinden wij onszelf, en mogen wij de kwaliteiten die we hebben in dankbaarheid waar gaan nemen. Het leven dat ons wordt toevertrouwd, is een leven waarin we onszelf mogen ontplooien.

Amen

27 augustus 2023
Wouter Slob
Maranathakerk
Romeinen 4: 1-5 1 Korinthe 13: 1-8