De vele talen van Pinksteren
De zegen van weerwoord
Zusters en broeders,
Een toren die tot in de hemel reikt; een flinke ambitie van de torenbouwers van Babel. En alles heeft dat met taal te maken. Niet alleen taal die nodig is om de bouwwerkzaamheden te coördineren. Maar óók de eenduidige taal die maakt dat je macht hebt over de dingen. Want taal geeft macht. Taal om iets te benoemen. Gaat het om Volkerenmoord als er 35.000 mensen worden gedood waarvan ten minste 20.000 vrouwen en kinderen? Of is het zelfverdediging na een aanslag met 1200 slachtoffers? Gaat het om een Tsunami van asielzoekers of om een handjevol nareizigers in de Nederlandse politieke discussie? Is de wereld een strijdtoneel waarin iedereen zijn of haar eigen plaats moet bevechten of is het een geschenk van God, waarin we elkaar tot onze bestemming kunnen brengen? Pas als je hetzelfde met verschillende woorden kunt benoemen, is er verschil tussen de woorden en de dingen. Als er maar één manier van spreken zou zijn, dan zou het ondenkbaar zijn dat het anders was. Met een éénduidige taal bezit je een machtig wapen om de werkelijkheid in je macht te hebben.
Dat speelt, bij de torenbouw van Babel. De ambitie van de torenbouwers was om tot in de hemel te komen. Om op te klimmen tot de hemelse domeinen. En daarmee een goddelijke staatsgreep te plegen. Want als je macht hebt die tot in de hemel reikt, dan heb je God toch in je zak? En heb je ook Zíjn aanspraak, Zíjn tegenspraak, niet meer nodig. Deze taal is vaak genoeg door machtige religieuze leiders geclaimd. De macht om met goddelijk gezag te spreken. En geen tegenspraak te dulden. Wie namens God spreekt, mag immers geen weerwoord hebben…
Maar God laat zich niet uit de hemel stoten, en neemt de torenbouwers van Babel hun machtigste wapen af: Hij brengt de taal in verwarring. En sindsdien spreken de mensen in allerlei tongvallen, raakten ze verspreid over de aarde en verstonden de mensen elkaar niet meer. En die situatie duurt nog altijd voort.
De torenbouw van Babel verklaart het bestaan van verschillende talen, en is vastgehangen aan de tempeltorens in het Oude Babylon. Het is in zoverre een mythisch verhaal dat de verspreiding van het menselijke ras in allerlei volken niet vanuit Babylon is gebeurd, maar lang daarvoor vanuit Afrika op gang is gekomen. De geschiedenis van de talen is daarbij een fascinerende manier om zicht te krijgen op volksverhuizingen. Maar het belangrijkste van het bijbels verhaal is niet de historisch verklaring, veel interessanter is het effect van verschillende talen. En de ambities van de mens om God uit de hemel te stoten. Dáárvan is het verhaal niet zozeer een beschrijving, maar een uitdrukking. En daarmee zeer serieus te nemen.
Hoe serieus kun je zien aan alle dictators in de hele wereld die de taal in hun macht proberen te krijgen. In de beroemde roman 1984 van George Orwell wordt met de zogeheten Newspeak de duiding van de werkelijkheid in dwingende kaders geduwd. En steeds aangepast aan veranderende omstandigheden. Wat die precies zijn, weet eigenlijk niemand en kan niemand opzoeken, want ook de archieven worden steeds nauwlettend bijgewerkt. Een roman, dat verhaal van George Orwell, maar laten we hier ook vooral niet denken dat het allemaal onwaar of waardeloos zou zijn. Want wel degelijk gaat het om mechanismen die machthebbers gráág gebruiken. In de oudheid al, toen Farao’s de namen van hun voorgangers uit de standbeelden lieten beitelen en voor de hunnen vervingen, in alle propaganda die de eeuwendoor steeds is geproduceerd en, vooral, in alle censuur die altijd is gepleegd; censuur op het tegenspreken van de macht. We zien het aan de berichtgeving in Rusland, waarin een oorlog geen oorlog mag heten. Of inmiddels wel, omdat dat Poetin nu beter uitkomt. We zien het aan het typische taalgebruik van de opkomende populisten óók in Nederland. Hún eigen perspectief wordt ‘de wil van het volk’ genoemd en iedere mogelijke andere berichtgeving wordt gediskwalificeerd, tegengewerkt en uiteindelijk verboden. Er mag maar één verhaal zijn: dat van de populisten zelf. Want dan blijft de macht onweersproken en onbedreigd.
En dan reikt de ambitie tot in de hemel. Ook populisten bedienen zich gráág van religieuze sentimenten. Maar pikken uit de ‘joods-christelijke’ traditie niet de kenmerkende naastenliefde op. Ook niet de godsvrucht, de lofprijzing of de aanbidding. Het gaat hen niet om de genade van God, waarvan ook zij afhankelijk zouden zijn, of om de zorg om vluchteling of ontheemde, omdat wijzelf ook zwervende Arameeërs waren. Het gaat om een goddelijke claim die hen boven alle twijfel en tegenspraak zou verheffen. Het gaat om een torenbouw tot in de hemel, een goddelijke staatsgreep die hen ultieme onweersproken macht zou geven.
Precies dáárom bedacht God de tegenspraak.
Tegenspraak is eeuwenlang een probleem geweest. Niet alléén voor foute machthebbers, maar ook voor de kerk. Want tegenspraak ondermijnt waarheid. Althans, ondermijnt de macht om de waarheid vast te stellen en te beheren. En die waarheid is eeuwenlang ook door de kerk geclaimd. Want was toch geopenbaard? En had de kerk daar geen macht over? En moest iedereen daar dan maar naar luisteren en was tegenspraak dus niet gewenst?
Om wat voor macht gaat het dan? De macht om af te dwingen en op te leggen, of de macht om te dienen en te luisteren? Dat laatste, deed Jezus. Wel degelijk heeft ook Híj een goddelijke zending. Maar niet om anderen de mond te snoeren, maar om anderen nabij te zijn. Een rechtstreekse aanval was dat op het religieuze gezag van Zijn dagen en de aanvaringen met de priesters en de Schriftgeleerden zijn dan ook legio. Want met Zijn boodschap ondermijn Jezus het gezag van de religieuze leiding door een andere duiding van Gods wil te geven dan wat zij ervan maken. De mond zullen ze Hem dan ook snoeren…
Jezus gaat altijd in gesprek. Hij luistert en staat anderen ten dienste. Maar spréékt ook. En als Hij spreekt, spreekt Hij niet op eigen gezag, ook niet ten eigen voordeel, maar spreekt Hij namens de Vader, ten dienste van Diens wil. Daarmee getuigt Jezus. Lééft Hij uit de waarheid, om het zo eens te zeggen. En draait daar ook niet om heen.
Het beroep op waarheid en het beheersen van taal gaat om macht. Macht die de heerser dient, maar óók macht om leugenaars te kunnen weerspreken. En dat is wel degelijk een belangrijke rol die taal te spelen heeft. Want met taal kun je de werkelijkheid naar je hand zetten, maar met taal kun je de macht óók onthullen. Precies dáárom zijn dictators zo beducht voor een vrije pers. Maar wie heeft er dan gelijk? Gaat het om volkerenmoord of gaat het zelfverdediging? In onze tijd van post-truth en alternative facts wordt waarheid niet meer gezocht, maar denkt iedereen die al te bezitten. En wordt die tegenover andersdenkenden geplaatst, die het altijd fundamenteel bij het verkeerde eind hebben en liefst met grove taal worden gediskwalificeerd (want fatsoen is in de gepolariseerde situatie niet meer nodig). Het gelijk van de eigen bubbel viert hoogtij tegenover de overtuigingen van de gestoorde ander. Dat kan toch niet anders, zou je je anders niet uitleveren aan iedere mening en geen verweer hebben tegen de leugen? Onze overtuigingen kunnen toch niet inwisselbaar zijn? Niet in de wereld en in de politiek, maar zeker ook niet in de godsdienst. Het vermoorden van tienduizenden mensen is niet zomaar hetzelfde als naastenliefde. Zitten wij dan niet óók in een bubbel, en wordt iedere overtuiging slechts relatief?
Er is een criterium. En dat is niet het eigen gelijk. Maar: Gods gelijk. En die bestaat uit liefde. Liefde die niet zichzelf zoekt tegenover de ander. En liefde die altijd het belang van de ander op het oog heeft. Die zich daarmee principieel laat aanspreken. En tegenspraak niet bij voorbaat diskwalificeert, maar overweegt. Die zich mogelijk laat overtuigen, en soms diepere motieven of zorgen probeert te ontdekken. Die kijkt of en hoe we van dienst kunnen zijn. Dat is zeker niet altijd iedereen maar naar de mond praten. Want het kan wel degelijk in het belang van de ander zijn om weerwoord te geven. Maar dat kan alleen als we met elkaar in gesprek blijven, en elkaars talen willen proberen te begrijpen of zelfs te spreken. Maar nooit om de hemel te bestormen en de ultieme macht te grijpen. Altijd om te kijken hoe we samen verder kunnen komen. Het doel is niet om een toren te bouwen die God monddood maakt, maar om de lofzang te doen klinken. Een verscheidenheid aan stemmen is dan geen kan de harmonie alleen maar voller doen klinken.
Amen
Deel deze preek
Genesis 11: 1-9
Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken. Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Zo vestigen we onze naam, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’ Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. ‘Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal,’ zei de HEER, ‘en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. Laten Wij naar hen toe gaan en verwarring brengen in hun taal, zodat ze elkaar niet meer verstaan.’ De HEER verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht de HEER verwarring in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde Hij de mensen over de hele aarde.