Alle preken

Schpping: de vijfde dag

Gij hebt ons bijna goddelijk gemaakt

Zusters en broeders,

Het was vermoedelijk een nogal arrogante jongeman. Met aanmatigende brutaliteit en bravoure. Die het aandurfde om in de loop van de 15e eeuw de gevestigde wetenschap uit te dagen. Met jeugdige overmoed had hij op 23 jarige leeftijd 900 stellingen opgesteld, waarmee hij de geleerdheid van zijn dagen te lijf ging en hij had een publiek debat aan willen gaan. De paus zou het verbieden omdat de stellingen ketters zouden zijn. Beroemd is deze Pico della Mirandola geworden met het voorschrift bij zijn stellingen (De Hominis Dignitate, 1486), waar hij zijn bedoelingen toelicht, en dat wel als startpunt van de renaissance wordt beschouwd. Misschien niet de meest sympathieke student, maar wél één die de tekenen des tijds snapte.

In zijn geschrift vertelt Pico van de schepping. Hoe God alles volgens plan schiep en alle eigenschappen van dingen en dieren op allerlei manieren verdeelde over de verschillende schepselen. En toen was het klaar. Maar, zo meent Pico, er ontbrak nog iets. Er ontbrak een wezen dat de schepping kon bewonderen en dat God eer zou kunnen bewijzen. Dáárom, opnieuw volgens Pico, schiep God de mens. Maar de schepping was eigenlijk al compleet. Alle plaatsen en alle eigenschappen waren al verdeeld. Daarom schonk God de mens het vermogen om alle plaatsen in de schepping in te nemen: ‘We hebben u, o Adam,’ laat Pico God zeggen, ‘geen be[paalde woonplaats, geen eigen aangezicht, geen enkele speciale taak gegeven, opdat ge die woonplaats dat aangezicht en die taak die ge verkiest, verwerven en bezitten zult naar eigen wens en wil’. De mens krijgt de vrijheid om zijn eigen plek te kiezen. Kan zich verlustigen in vleselijke geneugten, en zou dan nooit boven vraatzuchtige beesten uitstijgen. De mens kan zich ook ontwikkelen, om iets te betekenen in de wereld. [slide weg]

Met dit geschrift verwoorde deze inwoner van Florence het einde van de middeleeuwse standenmaatschappij. Eeuwenlang had geboorte bepaald wat je positie kon zijn. Lijfeigenen bleven altijd lijfeigenen, adel bleef adel, en de geestelijken letten er nauwkeurig op dat ze zoveel mogelijk een eigen stand bleven. Met de opkomst van steden was er echter een tussenlaag ontstaan van rijke handelsfamilies. Met hun geld konden zij zich zelf een positie in de maatschappij kopen, en doorkruisten daarmee het idee dat er nooit iets wezenlijks zou kunnen veranderen. Pico’s geschrift is daarvan een eerste verwoording. En is het begin van de moderne mens die zijn eigen lot moet bepalen en die onafhankelijkheid nastreeft. De moderne mens die uiteindelijk na een eeuw of vijf in onze tijd zijn voltooiing zou naderen. En daarmee ook de grens van deze manier van denken. Want het mensbeeld dat Pico beschrijft is uitgelopen op het mateloze individualisme van het ‘Dikke Ik’. De mens die ons eigenlijk vertrouwd is, die wij zelf voor een belangrijk deel ook zijn. De mens die zelf beslissingen neemt, en iets van het leven kan maken (allemaal goed vruchten van deze boom), maar uiteindelijk een mens die los komt te staan van bepalende verbanden, en die fundamenteel eenzaam wordt. Een mens die alleen in rechten denkt en geen verplichtingen wil. Een mens die successen gráág op de hoed speldt (of als medailles om de nek hangt), en mislukkingen liefst aan anderen wijt. Die alleen voor winst gaat en verlies als mislukking beschouwt. Een mens, óók, die in zijn hoogmoedige eigenwaan, natuurlijk, afscheid neemt van God; want wie onafhankelijk wil zijn, kan geen God boven zich dulden.

De opkomst van die moderne mens na de 15e eeuw zijn enorm geweest. Het lag aan de basis van onder meer de reformatie. Want het bood de mogelijkheid dat mensen zelf mochten gaan denken, en zich niet langer zomaar het gezag van de kerk lieten aanleunen. Het is daarmee ook de basis geweest voor de opkomst van de wetenschap, die buiten het gezag om, patronen in de wereld ging bestuderen en daar vat op probeerde te krijgen. Wetmatigheden ontdekte en die kon gaan beheersen. En zo zou de moderne mens zich sowieso ontwikkelen. Maar het beheersen zou uitbuiten gaan worden. Want als de moderne mens vooral en in de eerste plaats zijn eigen positie moest veiligstellen, dan werd alles toch dienstbaar aan die mens? Dan had je alleen verantwoordelijk voor jezelf, want alle anderen hadden dat óók. Dan was het toch bijvoorbeeld prima om de schatten van de aarde op te rapen; ze lagen er toch in oneindige overvloed voor? Onuitputtelijk als zandkorrels aan de zee. De opkomende handelselite in de Italiaanse en later de Noord-Europese handelssteden wilden het daarbij maar al te graag als zegen van God zien. De mens als kroon op de schepping, die zeggenschap had over alles wat de aarde bood. Paste dat niet geweldig bij de lofzang van psalm 8?

U hebt hem bijna een god gemaakt,

hem gekroond met glans en glorie,

hem toevertrouwd het werk van uw handen

en alles aan zijn voeten gelegd.

Zo werden hebzucht en uitbuiting de tweede natuur van de mens, die de eerste ging vervangen.

Meermeermeer wordt het motto van de moderne mens.

 

Wij leven in de nadagen van dit denken. De goedkeuring van het geloof hebben we allang niet meer nodig want het ‘Dikke Ik’ heeft God, Bijbel en geloof aan de dijk gezet. Maar straffeloos gaat het niet, als we de kennis van goed en kwaad niet langer aan God overlaten, en zelf in de hand nemen. Want dan verliezen we het paradijs. De natuurlijke hulpbronnen bleken niet onuitputtelijk. Lang hebben technische en wetenschappelijke innovaties de honger naar meermeermeer bij kunnen benen en kunnen bevredigen. Maar de grenzen komen echt in beeld en de wereld gaat zich steeds meer verzetten tegen de uitbuiting door de mens.

Hoe zouden we over schepping spreken als we de dreiging van klimaatverandering niet ernstig zouden nemen? Een dreiging die onmiskenbaar is en die we dagelijks in de krant kunnen lezen. Jaarlijks, maandelijks en soms wekelijks worden hitterecords gebroken en ‘geruststelling’ dat het gewoon ‘natuurlijke variatie’ betrof is inmiddels ongeloofwaardig en riskant geworden. Eilanden in de Pacific kunnen zich geen klimaatscepsis veroorloven, want hun landen lopen vol. Steeds minder kunnen landen als Griekenland, Bulgarije, staten in het zuiden van Amerika zich dit veroorloven, want hun bossen branden af. En wij, waar kunnen wíj nog heen op vliegvakantie? Het middellandse zee gebied wordt te heet in de zomer. Vakantie in eigen land dan maar? Zolang de duinen het houden en de polders droog blijven bij steeds heftiger stormen en stortbuien.

De tijd dat zorg om de natuur een zaak van geitenwolbreiende idealisten was, is wel voorbij. Waar de moderne mens vijf eeuwen lang de schatten van de aarde heeft geoogst, gaat onze tijd de rekening gepresenteerd krijgen. Vreemd genoeg lijkt dat argument maar mondjesmaat door te dringen. Want de ongelofelijke kosten die met milieumaatregelen gepaard gaan zijn niet zelden argumenten om er van af te zien… Je zou óók kunnen denken dat er des te meer reden is, om juist in zo’n markt dominant te worden…? Daar is dan toch ook véél te verdienen? Waarom grijpen wíj die kans dan niet?

Ongetwijfeld zijn er enorme politieke, economische en maatschappelijke belangen bij dit vraagstuk in het spel. Maar óók levensbeschouwelijke! Want de moderne mens die zich heeft laten beheersen door hebzucht heeft een belangrijk aspect van het verhaal van Pico vergeten: het moest om bewondering en dankbaarheid gaan. De aarde is ons niet geschonken om haar uit te buiten, maar is ons toevertrouwd om het te beheren. Het rentmeesterschap van de aarde moet geen loze kreet zijn, maar betekent dat we als mens onderdeel zijn van de schepping en daar een taak, een verplichting, in hebben. En dat we verantwoordelijk zijn voor welke kant het op gaat.

De moderne mens heeft God in zijn zelfzucht massaal aan de straat gezet, en velen denken dat het geloof een gepasseerd station is. Maar is méér reden om te denken dat het idee van de autonome onafhankelijke mens een doodlopende weg is. En dan is er alle reden om het scheppingsverhaal opnieuw serieus te nemen in wat het zeggen wil. Dat we de wereld als kostbaar geschenk mogen zien. En een kostbaar geschenk moet met respect worden behandeld. Als dat wordt verzaakt, verliest het geschenk niet alleen waarde, maar doen we onszelf ook te kort. Want beroven we van waarde, wat ons met alle liefde gegund was. Daar worden we niet rijker, maar erg veel armer van.

Déél zijn we van die schepping, en kunnen er zelfs aan bijdragen. Bijna goddelijk zijn we immers gemaakt, om de liefde gestalte te geven. De liefde waar we zelf van leven, maar waarmee we ook de schepping mogen benaderen. En dus verantwoordelijkheid nemen en respect willen hebben voor alles wat aan onze voeten is gelegd:

schapen, geiten, al het vee,

en ook de dieren van het veld,

de vogels aan de hemel, de vissen in de zee

en alles wat trekt over de wegen der zeeën.

We moeten zorg dragen voor onze wereld, en dragen we bij aan het onderhouden van de schepping. Bijna goddelijk zijn we gemaakt, niet om alles aan ons ondergeschikt te maken, maar om haar te dienen.

Amen

4 augustus 2024
Wouter Slob
Ontmoetingskerk
Genesis 1: 20-23 Psalm 8