In de tijd gekomen
Van rentmeester naar partner
Zusters en broeders,
Maar al te goed moeten wij als kerk ervaren in een tijd van secularisatie te leven. Een tijd van ontkerkelijking, met alle gevolgen van dien. Voor inkomsten, organisatie, samenhang. Niet zomaar comfortabel… Niet zelden wordt de secularisatie, de ontkerkelijking, gezien als de boze buitenwereld, de vijand van het geloof. Waar we ons het beste maar tegen zouden wapenen. Zouden we onszelf immers niet tegen dreiging mogen, misschien wel moeten, beschermen? Niet zo’n gekke gedachte. Ooit werd dat woord secularisatie gebruikt om aan te geven hoe kerkelijk bezit door de wereldlijke overheid onteigend werd. Rijke klooster konden zo worden beroofd van hun bezit, en dáár was de kerk vast niet per se blij mee.
Of zouden we misschien toch iets verder moeten kijken dan onze neus lang is. Want ook kerkelijk bezit is uiteindelijk niet een doel op zichzelf, maar is een middel om een doel te bereiken. Het doel namelijk om God te dienen. En als we te zeer zouden zijn gericht op ons eigen bezit, onze eigen belangen, zelfs onze eigen identiteit, dan zou het wel eens de vraag kunnen zijn of we God, of onszelf dienen.
De buitenwereld is misschien minder boos dan we zouden kunnen denken. En de secularisatie ook minder een dreiging dan we zouden kunnen vrezen. Ons er tegen wapenen is dan ook niet zomaar een goed idee is. In feite blijkt het niet te werken, als we ons van de boze buitenwereld afkeren om onszelf overeind te houden. Maar vooral past het niet goed bij waar het in het geloof om gaat. Want méér dan om brandoffers in de tempel, gaat het om naastenliefde, gaat het om Gods nieuwe wereld.
Wie een beetje latijn kent, en dat zijn er in het Nijmeegse nog wel een paar, kent wellicht de uitdrukking ‘in seacula seaculorum:’ in de eeuwen der eeuwen, en gaat over de heilsbelofte. Secularisatie en dit seaculum komen eigenlijk van hetzelfde woord. Secularisatie, ontkerkelijking staat gek genoeg minder ver af van de liturgie dan je zou denken. En is misschien minder vijandig. In de eeuwen der eeuwen betekent namelijk óók ‘in de tijd’. En betekent dat God daar niet omheen, of bovenuit gaat.
Wie nog een beetje theologie kent, en dat zijn er in deze kerk ongetwijfeld nog een paar, weet van de Heilige Drie-eenheid (de parochie hier is er naar genoemd). Nog niet zomaar makkelijk even uit te leggen wat dat precies is, de drie-eenheid; en er is veel over gebakkeleid. Maar wat het in ieder geval betekent is dat God niet op soevereine afstand is blijven staan; hoog in de hemel achter de verste sterren. Het betekent dat Hij in Christus, op aarde, in de wereld, in de schepping, in het vlees en: in de tijd (in saeculum) is gekomen. Daarmee is Christus zelf in zekere zin geseculariseerd. Want niet op Zichzelf gebleven, maar heeft zich naar de wereld toegekeerd. En zou dàt niet moeten betekenen dat God gééft om de wereld, om de schepping, om ons? En dat Hij om díe reden mens onder de mensen is geworden?
Zou God zónder de schepping volkomen dezelfde zijn? Heeft Hij de schepping, de wereld, ons, eigenlijk wel nodig? Zou God, in Zijn almachtige soevereiniteit, genoeg aan Zichzelf hebben? Of is dat niet toch een wat vreemde gedachte? Want zonder schepping zou God in ieder geval geen Schepper zijn. Zonder schepping zou God er in Christus geen deel van kunnen zijn gaan uitmaken. En zou Hij op ongenaakbare afstand zijn blijven staan. En dat deed Hij nu juist niet!
God laat zijn almachtige soevereiniteit los. Wordt zoals Paulus schrijft, mens onder de mensen. God wil kennelijk niet zelfgenoegzaam blijven, maar verbindt zich met de wereld. Om haar te dienen, niet om haar te overheersen. Stellig zal dat toch niet zijn om met overmacht de schepping, ons, te dwingen om iets te doen wat we niet zouden willen. Stellig is dat toch om ons uit te nodigen, om het goede te doen, en het kwade te laten. Zodat we meedoen om Gods nieuwe wereld gestalte geven. Want die krijgt gestalte waar de liefde wordt waargemaakt. En dat kan nooit alleen; dat kan zelfs God niet alleen, want liefde vereist partners: de schepping, ook ons.
Die Heilige Drie-eenheid gaat over God de Vader, die schepper van Hemel en aarde is. Gaat over de Zoon, die in het vlees en in de tijd is gekomen. En gaat over de Geest van Liefde, die steeds mensen inspireert en influistert om de wil van God te doen. Bibliotheken vol zijn er over geschreven, eindeloze concilies zijn er over gehouden, belijdenisdocumenten zijn opgesteld om iets van dit mysterie te begrijpen. Maar ís het wel een mysterie dat wij moeten doorgronden? Of is het iets waar we deel aan, deel van mogen zijn. Door het te doen.
Want als de Geest van Liefde wordt gedaan, dan krijgt het werk van Christus gestalte en ís God een levende realiteit. En dat gaat niet achter de schepping om; daar mogen wij aan bijdragen. Als God in Christus in de wereld kwam om een wezenlijke relatie aan te gaan, dan is dat niet een bijkomend dingetje, maar dan wordt de schepping deel van Gods heilsplan. En worden ook mensen partner in dat heilsplan, waar we de liefde van God gestalte geven en ons door Zijn Geest laten leiden.
Daarmee kloppen wij onszelf niet op de borst. Alsof wij zo ontzettend geweldig zijn. Maar daarmee erkennen we een verantwoordelijkheid te kunnen hebben als we in liefde alle zelfzuchtigheid opgeven. In seaculum, is God gekomen. In seaculum krijgt Zijn nieuwe wereld gestalte. En kríjgt dat waar Zijn wil wordt gedaan. Zeker betekent dat ook dat wij zorg moeten hebben voor de schepping waar God deel van uit heeft willen maken. Waar Christus in de wereld kwam om haar te dienen, zijn wíj geroepen om de schepping te dienen door haar belangen te zien.
Hoe dat het beste kan worden gedaan, zal vast niet altijd ééntweedrie even helder zijn. Maar in ieder geval betekent het niet dat we de aarde kaal moeten plunderen en leeg moeten roven. Want we staan niet boven de schepping, we maken er deel van uit. Zoals Christus niet in almachtige soevereiniteit boven en buiten de tijd is blijven staan, maar er in dienstbaarheid deel van uit is gaan maken, zo zijn ook wij geroepen deel van de schepping te zijn, en haar te dienen.
En dat is geen lastige en moeilijke taak. Daarin verliezen wij onszelf niet, maar vinden wij onszelf juist omdat we in liefde ook tot onszelf kunnen komen; -tot onszelf worden gebracht. Want wij moeten God liefhebben boven alles en de ander als onszelf. Maar kunnen dat omdat God ons liefheeft, vasthoudt en bevestigt. Dat moeten we niet tegen de secularisatie in verdedigen, dat moeten we haar aanzeggen! Want dan zal de wereld kunnen vernieuwen, in Zijn liefde. Tot in de eeuwen der eeuwen,
Amen
Deel deze preek
Filippenzen 2: 4-8
Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.