Alle preken

Gedachtenisdienst

Hoe naïef is de bergrede?

Zusters en broeders,

De Bergrede van Jezus is een bewonderenswaardig stuk; en natuurlijk hopeloos naïef. Door de eeuwen heen zijn mensen gegrepen door hoe Jezus over de ‘zachte krachten’ spreekt, maar evident kan het zo niet werken. Treurenden, zachtmoedigen, barmhartigen, het zijn allemaal prachtige woorden, en het is fijn dat iemand ze nog kent en in de mond durft te nemen, maar in de echte wereld gaat het toch om handelsbalansen, GPS-spoofing en wapenbeurzen?

Zijn ook wij niet onze onschuld voorbij? Dachten we niet dat de verhoudingen in de wereld redelijk stabiel waren? Toen het IJzeren Gordijn was gevallen en de vijand uit het Oosten op de knieën lag? Toen we dachten dat religie alleen maar onschuldige achterlijkheid was. En toen we dachten dat het westers democratische model het einddoel van de geschiedenis was. Zo lang geleden is dat niet. Inmiddels zijn we ruw wakker geschud. Het Russisch geweld blijkt geenszins ingedamd. Godsdiensten blijken achterhaald noch tandeloos en kunnen ontsporen in gruwelijk terrorisme. En het westerse democratisch model is voor velen een voorbij en uitgehold systeem geworden. Niet alleen aan de grenzen van dat Westen, maar van binnenuit worden democratieën door leugens en manipulatie ondermijnd, is fatsoen een gepasseerd station, en komen veroordeelde boeven op de hoogste plekken terecht. De wereld is geenszins een onschuldige plek, en we doen er goed aan het kwaad niet te onderschatten.

Dus als we dan die Bergrede van Jezus horen, dan kunnen we de zalvende woorden heus wel waarderen… Maar serieus nemen, die zachte krachten; dat is misschien wat veel gevraagd.

Of zouden we dan toch ook eens durven vragen hoe de harde krachten in de wereld het doen? De krachten van agressie en geweld, van optreden en fermheid, van ‘nu is het genoeg!’ en ‘tot hier en niet verder’. De krachten van wraak en terugslaan, van loopgraaf en lange afstandsraket, van platbombarderen en uithongeren. Wordt dáár het kwaad mee ingedamd? De aanstichters roepen het om het hardst. Want ook zij hebben het spel inmiddels geleerd en weten hoe ze grote woorden als zelfverdediging, vrijheid van meningsuiting en nepnieuws ten eigen bate moeten gebruiken. Ze roepen hard. En het lijkt toch duidelijk dat díe harde krachten zullen gaan winnen? We doen er goed aan het kwaad niet te onderschatten! Maar ís de harde lijn, dan, zo geweldig succesvol?

De hardste lijn is de laatste decennia wellicht in het Midden-Oosten gevolgd. Met een moeilijk, complexe, verraderlijke, en beladen geschiedenis is nauwelijks te overzien hoe de kaarten precies liggen. En is al helemaal niet zomaar vast te stellen wie de goeien en wie de slechten zijn; ook in dat oordeel spelen allerlei feiten, opvattingen, belangen en vooroordelen een bepalende rol. Maar in al deze verwarrende chaos mag je toch in ieder geval vaststellen dat de harde lijn door de jaren heen bepaald geen oplossingen heeft gebracht. Dat het alleen maar van kwaad tot erger is gegaan. Dat de vrede steeds verder weg is gekomen en dood en verderf de complete overhand heeft genomen. Hoe succesvol is die harde lijn dan eigenlijk?

Is het naïef om dan te wijzen op de treurenden, de zachtmoedigen, de barmhartigen? In Israël/Palestina zijn de verhoudingen volkomen verhard, en sporen van hoop zijn vrijwel nergens te vinden. Misschien bij twee oude vaders, die ik ooit op TV zag, die allebei een kind verloren in het geweld. En die als Palestijn en Jood elkaars verdriet en gemis konden zien. En durfden te erkennen.

Is het naïef om hoop te putten uit de zachte krachten; die zich niet wapenen in haat en afkeer, maar die de kwetsbaarheid van de ander durven te zien? Een kwetsbaarheid die je uit kunt buiten en geweld aan kunt doen, maar ook een kwetsbaarheid die je dienen en verzorgen kunt. Waarmee jíj niet langer de vijandige ander zult zijn, maar de nabije beminde.

Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar zijn we bijeen om onze geliefde doden te gedenken. Die zijn niet gestorven door geweld of haat, en velen hebben een hoge of zeer hoge leeftijd bereikt. Maar speelt niet bij alles, steeds, ook kwetsbaarheid een rol? De kwetsbaarheid dat je iemand mist, en een geliefde is weggevallen. Maar óók de kwetsbaarheid van het voorbije leven. In ieder leven zijn dingen goed gegaan en leuk geweest, maar altijd zijn er óók dingen die moeilijk waren en misschien littekens gaven. Wat we over de grote politiek verhoudingen in de kranten lezen, kunnen we in het klein ook in onze eigen levens ervaren. Ook daar kun je dan in hardheid verzuren. Kun je je vastbijten in verongelijktheid, in boosheid, in afweer. Maar raak je het kwijt als je je daarin blijft hangen? Of is het beter om ook die dingen onder ogen te zien, om ze te benoemen en om ze méé te begraven. Om ze zo achter te laten en er los van te komen.

Laten we het kwaad niet onderschatten; en denken dat we dit altijd zomaar even terloops even achter kunnen laten. Maar laten we zeker óók niet denken dat de harde lijn hier beter zou zijn. Want met die harde lijn, kom je er nooit aan voorbij. Blíjf je slachtoffer, blijf je rancuneus, blijf je bitter. En blijf je in de macht van het kwaad.

Win je dan wat als je de harde lijn volgt; -of verlies je jezelf? Wie zich wapent tegen de ander, wie terugslaat en zich weert, komt gemakkelijk tot dingen die je niet wilt. Misschien dáárom wel, dat er dan grote woorden klinken om de eigen daden goed te praten. Misschien dáárom de oogkleppen om aan het eigen onrecht voorbij te zien. Of het wegstoppen van eigen onredelijkheid in de diepste krochten van de ziel, omdat je het van jezelf niet weten wilt?

Is dat niet wat zonde en schuld altijd al was? Niet een opgelegde somberheid die in de kerk altijd maar weer de boventoon voerde (en waar we slechte herinneringen aan kunnen hebben); maar de spijt van verkeerde beslissingen, van de donkere nacht wanneer pijnlijke herinneringen boven komen, van de dingen waar je te laat mee was en niet meer goed kunt maken. Is dat niet wat zonde en schuld altijd al was; een belaste ziel?

Dat kunnen wíj tegen komen, in onze eigen levens. Dat komt de wereld tegen, die haar jonge soldaten het slagveld instuurt om vrouwen en kinderen af te slachten. Dat draagt ieder met zich mee die niet in waarheid leeft, maar zich in leugen en laster wentelt.

Dáár maakt de zachtheid van de Bergrede je van vrij. Want daaruit leven we niet vanuit vijandschap met de ander, maar leven we vanuit liefde voor de ander. Riskant, want is die ander wel te vertrouwen. Maar óók riskant, want ben jíj wel te vertrouwen?

Maar óók de belofte van bevrijding. De bevrijding van de dreiging van de vijand, én de bevrijding om zelf tot dingen te komen waar je spijt van krijgt. De bevrijding van wat je aan stille schuld met je meedraagt, en de bevrijding van de bittere verwijten die je torst.

En dan kómt er ruimte. De ruimte om dankbaarheid en vreugde te voelen. Om met respect en liefde onze doden te gedenken. Waar altijd wel iets schuurde, maar waar we zeker ook met mildheid aan mogen terugdenken. De zachte kracht als balsem voor de ziel. Halleluja!

Amen

24 november 2024
Wouter Slob
Ontmoetingskerk
Mattheüs 5: 1-12