Geijkte momenten
Waar leidt het allemaal toe, waar dient het allemaal voor?
Zusters en broeders,
De jaarwisseling is natuurlijk eigenlijk een willekeurig moment. Want het is altijd eind december, maar als we geen schrikkeljaren zouden hebben, zou het toch op een andere dag zijn. Andere culturen, andere godsdiensten vieren het op andere momenten. Het joodse nieuwjaar valt op de eerste dag van de 7e maand; -dan volgens de joodse kalender. In ‘ons’ jaar valt dat steeds ergens in september of oktober. Moslims hanteren een maankalender, met kortere maanden, en dus schuift het islamitisch nieuwjaar volgens ‘onze’ kalender steeds wat op.
Dat een jaar 365 (en nog een beetje) duurt heeft wel iets logisch, want dat is precies de tijd dat de aarde rond de zon draait. Maar andere planeten doen dat met andere snelheden, en in de kosmos is er al helemaal geen sprake van objectieve jaren, die allemaal 31.536.000 seconden zouden duren (dat heb ik even opgezocht).
Maar we meten het jaar niet vanuit het perspectief van een ver planetenstelsel; wij leven ons leven hier op aarde, in onze wereld, in onze context. En dan is het ritme van het jaar een vast patroon. Waarin de seizoenen, maar ook de volkscultuur, de aanbiedingen in de winkels, de organisatie van bijvoorbeeld dienstenroosters op het werk, de vakanties, happenings als het Glazen Huis, en ook het ritme van het kerkelijk gebeuren, allemaal een grote samenhang hebben. Vast zijn de feesten geen objectieve momenten, maar wel degelijk zijn het geijkte momenten, omdat we er allemaal deel aan hebben.
In die werkelijkheid leven we, en daaraan kunnen we ons niet zomaar onttrekken. En die werkelijkheid golft, verandert en verschuift steeds wat. De feestmaand van december loopt ten einde en vanaf morgen ruimen we de versiering weer op en begint de grauwe maand januari. Objectief is er niet zoveel verschil tussen vandaag en morgen, maar onze realiteit is toch heel anders.
De wijze prediker heeft oog voor dat ritme van het leven: voor alles is een tijd. Prediker is één van de wijsheidsboeken in het Oude Testament, en vertelt ons dat de werkelijkheid niet zomaar maakbaar is. De mens kan zwoegen wat hij of zij wil, maar het zal uiteindelijk allemaal ‘lucht en leegte’ blijken. Het ritme van de werkelijkheid heeft een eigen realiteit, en het is zinloos je daartegen te willen verzetten.
Je zou gemakkelijk het beeld kunnen krijgen dat het een oude, moedeloze man is, die is teleurgesteld in het leven, en aan somberheid ten prooi is gevallen. Maar had hij daar reden voor? Naar eigen zeggen was hij koning over Jeruzalem. Hij had de macht en de middelen om het er flink van te nemen. ‘Wein, weiber und gesang’ (wijn, vrouwen en feest), hij heeft er allemaal vorstelijk van gesnoept. Als híj als teleurgesteld is, hoe zou het dan met óns leven zijn? Als het leven van een koning al niet genoeg is, hoeveel te meer zouden wíj reden hebben voor teleurstelling, ontevredenheid, voor onbehagen, zelfs boosheid dat ons niet toe is gevallen waar wij meenden recht op te hebben?
Prediker zou zo’n oude mopperaar kunnen lijken, maar eigenlijk is zijn boodschap precies het tegenovergestelde. Want wat hij wil zeggen is dat je niet een leven hoeft te hebben waarin je alle geneugtes des levens moet hebben geproefd voordat het iets waard is. De kunst is juist om tevreden te zijn met wat je toevalt. Om de tering naar de nering te zetten. En om de dingen te nemen zoals ze zijn. Dán kun je pas tevreden zijn als je dankbaar bent met wat je toevalt; niet als je alle doelen bereikt die te halen zijn. Dàt noemt Prediker de kwelling die de mens wordt opgelegd; om steeds maar voortgejaagd te worden door opdrachten, door de eisen van de tijd, door eigen ambitie misschien. Bezorgd als we zijn of we wel genoeg krijgen, genoeg hebben misschien?
Het is allemaal najagen van wind, lucht en leegte, en leidt uiteindelijk tot niets. Want de loop der dingen hebben wíj niet in de hand. De loop der dingen is door God een plaats gegeven.
Zó drukt prediker uit dat wíj de werkelijkheid niet in de greep hebben, maar dat het zich voordoet. Dan gaat het niet over de data van feestdagen of oudjaarsavonden, maar om het ritme van de geschiedenis. Dáárin wisselen de tijden zich af. Tijden van vreugde en verdriet, van ziekte en gezondheid, van optimisme of wanhoop, van oorlog en vrede. Alles wat er gebeurt, komt en gaat op enig moment weer voorbij. Maar vastleggen of vastpinnen is niet aan ons.
En daarmee kan de tijd en kan de geschiedenis onverwachte wendingen nemen. En kan er ineens een heel andere tijd aanbreken. We rekenden aan het begin van dit jaar op voortzetting van de oorlog in Oekraïne, maar de oorlog in Gaza had niemand voorzien (behalve misschien de plannende terroristen van Hamas). De uitslag van de verkiezingen in Nederland was ook voor de hoofdrolspelers een verrassing; en niet voor iedereen een aangename. De gasprijzen, vorige jaar nog torenhoog, bleken dit jaar gelukkig weer mee te vallen. Dingen veranderen en verschuiven, laten zich niet altijd gemakkelijk voorzien en voorspellen.
De feiten die zijn voorgevallen hebben iets willekeurigs; de aanval van Hamas had ook verijdeld kunnen worden, de verkiezingsuitslag was misschien heel anders geweest als het een week eerder was geweest. Maar dat wil niet zeggen dat de werkelijkheid, zoals die zich heeft ontvouwd, niet ‘echt’ zou zijn. De aanval van Hamas hééft plaatsgevonden en inmiddels is een wrekende massamoord gaande die voorlopig nog niet lijkt uitgewoed. De uitslag van de verkiezingen gaat de toekomst van Nederland, binnen en buiten de grenzen, voor jaren bepalen. De realiteit van de energiemarkt maakt dat we ons veel minder zorgen om allerlei inkomensproblemen hoeven te maken dan vorig jaar. Dat is in ieder geval een zorg minder, en in die zin een meevaller.
Maar hoe beoordelen we tegenvallers en meevallers precies? Ligt dat niet óók aan het perspectief? Misschien zou Poetin wel liever een hogere pasprijs zien? Het afgrijselijke bloedvergieten in Oekraïne en Gaza roept overal afschuw op, maar te vrezen is dat er óók partijen zijn die zich in de handen wrijven. Omdat er politieke winst te behalen valt, of aan wapentuig flink verdiend kan worden. En in Nederland zijn er ongetwijfeld bewegingen die geen belang hebben om de grote problemen op te lossen waar ze zelf op tamboereren, omdat ze dan hun bestaansrecht zouden verliezen.
Je zou er cynisch van kunnen worden. En je zou de vraag kunnen stellen waarom we ons allemaal zo inspannen, als alles maar relatief is. Waar leidt het allemaal toe, waar dient het allemaal voor? Dáárover heeft prediker iets te zeggen. Het Grote Heil is niet aan de mens om in te stellen. En dát zal ook niet de maat moeten zijn waarmee we ons leven waarderen. Voor de mens is niet goeds weggelegd. Behalve, vrolijk te zijn en van het leven te genieten’! De kunst is om steeds onder alle omstandigheden de vreugde te vinden. Dat hoeft niet te liggen in de weelderige luxe die de koning van Jeruzalem zich kon veroorloven, dat geldt voor alles wat ons toevalt. Zo zegt Prediker: ‘wanneer een mens zich aan eten en drinken tegoed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, [dan] is dat een geschenk van God.’ Het gaat niet om het bereiken van moeilijke en verheven doelen of idealen. Het gaat om dankbaarheid in de omstandigheden zoals die zich voordoen. Wie die dankbaarheid kan voelen, hééft altijd genoeg.
Dat is de vreugde van God. Dat het eerder een kwestie van goed kijken, dan van veel hebben. En dat is geen onbereikbaar ideaal, dat is eerder vlakbij en voor ieder bereikbaar. Als je het leven, zoals het zich dat voordoet, maar omarmen kunt. En vast is dat in de ene tijd makkelijker dan in de andere tijd. Maar als er voor alles een tijd is, dan is het de kunst om die tijd af te wachten.
Het is het aanvaarden van de tijd. En niet het afdwingen van gebeurtenissen.
Maar het is niet passief afwachten. Want wij maken déél uit van de tijd. En hoezeer God de tijd ook in Zijn hand heeft, het gaat niet achter of buiten ons om. Uiteindelijk zijn het de Nederlandse kiezers die de huidige uitslag hebben bepaald, en zijn het menselijke beslissers die verantwoordelijk zijn voor de slachtpartijen in Gaza.
Als we uit dankbaarheid kunnen leven, dan kunnen we de rust vinden om niet bezorgd te zijn over ons eigen leven. En dus God te vragen hoe we in en uit de liefde van Christus kunnen leven. Dan hoeven we niet de tijd naar onze hand te zetten, alsof wij het overzicht en het controle zouden moeten hebben. Dan moeten we ons laten leiden, zoals de brief aan de Filippenzen zegt, ‘door al wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom door al wat deugdzaam is en lof verdient.’ Als we dat voor elkaar krijgen, ‘dan zal de God van de vrede met ons zijn.’. En dan zal blijken dat de vrede van God niet buiten of achter ons gaat, maar ook door ons gestalte mag krijgen.
Amen
Deel deze preek
Prediker 3: 1-15
Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien.
Er is een tijd om te doden
en een tijd om te helen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen.
Er is een tijd om te beminnen
en een tijd om zich te onthouden,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om af te weren.
Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om te verliezen,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien.
Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te herstellen,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken.
Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog
en er is een tijd voor vrede.
Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft Hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken tegoed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet Hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat de mens ontzag voor Hem heeft. Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.