Meer dan materie
Waarom gedenken we mensen met respect?
Zusters en broeders,
Voor alles is een tijd. En vandaag is het een tijd om stil te staan bij wat en bij wie we missen. We gedenken de overledenen van het afgelopen jaar. De scherpste rouw is wellicht al wat tot rust gekomen; de overlijdens die we gedenken zijn alweer van geruime tijd geleden. Het dagelijkse leven heeft al weer zijn gang genomen. Maar een lege plek is gebleven. De lege plek bij familiebijeenkomsten, de stilte van de telefoon die niet meer gaat. De rust om er niet steeds heen te hoeven vliegen als je onrust voelde of het idee had dat het niet in orde was. Hopelijk hebben we vrede kunnen vinden, in het einde dat uiteindelijk voor ieder komen zal. Want er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven. En daar tussenin leven wij ons leven.
Vandaag kijken we terug; noemen we de namen van hen die ons ontvallen zijn. Het is een tijd van gedenken. En dat willen we doen met zorg en aandacht. Want iedereen snapt wel dat er wat op het spel staat. Waarom eigenlijk? Waarom willen we ook onze doden met respect noemen, en hun nagedachtenis eer aan doen? Waarom zetten we de geliefde doden niet in een grijze zak aan de straat? Want dood is immers dood.
Zo wordt er weleens over gesproken: de mens die samenvalt met de biologische eenheid van het lichaam. Een paar jaar geleden werden er bestsellers over geschreven: wij zijn ons brein. Wie wij zijn, wordt gereduceerd tot hersenprocessen; stofjes die in het brein op elkaar inwerken. En dat is dan alles wat er is. De schrijvers van dit soort boeken beijveren zich in het bijzonder om de ziel te ontkennen, en de vrije wil. Het geestelijk leven is niets anders dan het oprispen van wat hersenstofjes. Desgewenst kunnen we daar wat aan toevoegen, zodat we met medicijnen een tekort aan kunnen vullen; en we ons weer kiplekker voelen. Maar als die machine ophoudt, dan valt de samenhang weg, en treedt de dood in. En dood is dood. Zonder hersenactiviteit geen mens meer.
Maar wel degelijk nog een geliefde dode. Een warme herinneringen, of een pijnlijke, misschien? Dood is geenszins zomaar dood. Ook de schrijvers van die boeken zetten hun geliefde doden niet in een plastic zak bij de straat. En dragen de herinnering met zich mee, koesteren die of worstelen er mee. De betekenis van een mens verdwijnt niet met het stoppen van biologische processen.
Natuurlijk bestaat een mens uit een lichaam. Natuurlijk is de ziel niet in een potje te stoppen. Maar als diepste uitdrukking van eigenheid, is de ziel daarmee niet betekenisloos geworden. Integendeel, het ís eerder dat: betekenis. Niet een ding dat los verkrijgbaar zou zijn. Maar iets dat intens met ons, met anderen verbonden is. De ziel als uitdrukking van onze identiteit krijgt betekenis in relatie tot anderen. Want alleen in relatie tot anderen, heeft ons leven betekenis.
Daarom is een verlies ook zo pijnlijk: we verliezen er een deel van onszelf mee. Daarom missen we een ander, want we worden niet meer gevoed en gevuld. Daarom ook kan de herinnering lastig en pijnlijk zijn, wanneer iets dat dwarszit niet meer recht kan worden gezet. Als het gewoon op zou houden, zou het toch klaar zijn? Maar we kunnen worstelen met moeilijke herinneringen, en het doet verdriet als dat niet meer goed kan worden gemaakt.
Mensen zijn wezenlijk relationele dieren. Dat biologische aspect van een mensenleven zal niemand willen ontkennen, en vereist alle aandacht. Maar betekenis krijgt het menselijk bestaan pas als we iets voor een ander betekenen. En zo leven we altijd in betrekking op elkaar. Daar haakt de christelijke notie van naastenliefde op aan: dat we in relatie tot elkaar staan en verantwoordelijkheid hebben voor elkaar.
Die verantwoordelijkheden kunnen per relatie verschillen. Als volwassen mensen een relatie met elkaar aan gaan, nemen ze verantwoordelijkheid voor elkaars leven. Dat gaat verder dan het afsluiten van een contract, waarbij je elkaars rechten en plichten afbakent. In de christelijke opvatting neem je verantwoordelijkheid en lever je jezelf in die zin aan elkaar uit. Je maakt jezelf afhankelijk van de ander; wederzijds. Riskant, want het kan stuklopen; mensen kunnen elkaar overvragen, kunnen elkaar verraden. En uiteindelijk valt het weg in de dood; waarbij meestal één van de twee overblijft. En dan gaat er echt iets stuk. Niet alleen in de relatie, maar ook bij jezelf. Want met het wegvallen van een ander, ben je een deel van jezelf kwijtgeraakt.
Relaties verschillen; ouders horen verantwoordelijkheid voor hun kinderen te nemen. Dat is wat hen wordt toe vertrouwd; ook dat kan mislopen. Door allerlei omstandigheden, maar altijd tot schade van het kind. Meer dan evident is hier dat wij niet ons lichaam zijn. Want het verzorgen van de biologische aspecten van het lichaam is niet voldoende om een kind gezond tot volwassenheid te brengen. Eten en drinken, kleding en onderdak, allemaal essentieel, maar onderschikt aan liefde, warmte en aandacht. En als kinderen volwassen zijn geworden, dan kunnen de verhoudingen omdraaien; ouders kunnen hulpbehoevend worden, en vereisen zorg en aandacht. Ook dan kun je wakker liggen van hoe het gaat, en onrustig zijn over hoe de opvang is geregeld. En wil je dat iemand met waardigheid oud kan worden. Voor hen, wil je dat, maar ook zelf wil je dat hebben kunnen doen.
Makkelijk is het niet altijd. Want wie van relaties leeft, kan ook geraakt worden als het mis gaat. Dat geldt voor liefdesrelaties, relaties tussen ouders en kinderen en andersom. Het vereist vertrouwen en het vereist dat we de verantwoordelijkheid voor elkaar waarnemen. En dat gebeurt niet altijd. Pijnlijk en verdrietig is dat. En we lopen het risico dat we ons daar tegen gaan wapenen. Dat we cynisch worden, of ons afkeren. Dat we terugslaan als ons onrecht is gedaan. Dat we ons hullen in onverschilligheid, of schilden optrekken om maar niet geraakt te kunnen worden. Dat gebeurt in relaties tussen mensen.
Dat gebeurt óók in de samenleving. Afgelopen week hebben we een ongekende politieke aardverschuiving in Nederland meegemaakt. Een aardverschuiving die niet losstaat van de manier waarop we naar mensen kijken. Want de christelijke oproep tot naastenliefde vindt een politieke vertaling in het woord ‘respect’. En dat is een woord dat sommige politieke leiders niet kennen en ook niet willen kennen. Want ‘respect’ maakt dat je anderen serieuzer moet nemen dan je wilt. En misschien zijn sommigen, zijn wij, daar wel klaar mee? Want zelf worden we voor ons gevoel niet met respect bejegend. ‘Zij wel, en wij niet’, wordt er geroepen, en het wordt aan concrete kwesties gekoppeld: huisvesting bijvoorbeeld. En een volgende keer is het: werk, en sommigen durven het in termen ‘vrijheid’ te gieten. Die willen van alles verbieden, omdat ze zo voor ‘vrijheid’ zouden zijn; daar kan de oude sovjet-propaganda nog een puntje aan zuigen…
De politieke aardverschuiving is ongeëvenaard, maar is het helemaal onverwacht of onbegrijpelijk? Het probleem gáát dieper dan dat de oppervlakkige verdenking dat een kwart van de Nederlanders ineens racist is geworden. Het gaat er waarschijnlijk veel méér om dat we zijn gaan denken dat onze identiteit alleen een kwestie van biologie en materie zouden zijn. Dat de verantwoordelijkheid van de politiek alleen gaat om inkomen. Om harde materiële belangen die zich vertalen in koopkrachtplaatjes. Politiek beleid is dan vooral economisch beleid, waar het om geld gaat, om groei, om winst. En waarin mensen de waarde van hun eigen leven zijn gaan afmeten aan de hoogte van hun salaris. En dan blijkt er massale onvrede te bestaan. In een tijd waarin we het materieel beter hebben dan ooit in de hele wereldgeschiedenis tevoren, voelen we ons verweesd en tekortgedaan. Gaat het dan niet om de vraag wie we ten diepste zijn?
Te vrezen valt dat de politieke aardverschuiving een symptoom, en bepaald geen oplossing voor dit probleem is. Een oplossing voor de geschonden identiteit wordt gezocht in het uitsluiten van anderen, en dat kan de verschillen alleen maar groter en scherper maken. En nieuwe onvrede aanwakkeren. En ondertussen onherstelbare schade aanrichten. Wie weten wil hoe vijandsdenken uit de hand kan lopen, kan iedere dag bij de berichtgeving uit Israël/Palestina terecht. Dat is waar uitsluiting uiteindelijk toe leidt…
Vandaag gedenken we onze betreurde doden. Maar de reden waarom we dat met waardigheid en respect willen doen, staat niet los van de manier waarop we onze tijd en samenleving verstaan. En dan is het de vraag of we aan onszelf genoeg denken te hebben, of dat we elkaar nodig hebben. Of we ons eigen belang dienen, of verantwoordelijkheid nemen voor elkaar.
De christelijke naastenliefde roept op tot het laatste. Hoogste tijd, om dat opnieuw onder de aandacht te brengen.
Amen
Deel deze preek
Prediker 3: 1-8
Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven,
een tijd om te planten
en een tijd om te rooien.
Er is een tijd om te doden
en een tijd om te helen,
een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.
Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen.
Er is een tijd om te beminnen
en een tijd om zich te onthouden,
een tijd om te omhelzen
en een tijd om af te weren.
Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om te verliezen,
een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien.
Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te herstellen,
een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken.
Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog
en er is een tijd voor vrede.