Alle preken

Keti Koti

Gemeente van Christus

afgelopen vrijdag 1 juli was het Keti Koti, dat betekent in het Sranan Tongo, dat is de taal van Suriname: de ketenen verbroken. Het is het feest ter herdenking van de afschaffing van de slavernij. En tegelijk was die dag het startpunt van het herdenkingsjaar, want dit jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij officieel werd afgeschaft. Dat was in 1863. Alhoewel de meeste tot slaaf gemaakte mensen nog 10 jaar moesten doorwerken, om de verliezen die de slavenhouders door die afschaffing zouden lijden, te compenseren.

De slavernij in Suriname – dat is het systeem waarbij Afrikanen werden verscheept naar Suriname om daar op de suiker- en koffieplantages te werken, had toen maar liefst 200 jaar geduurd. Twee honderd jaar! En de Spanjaarden en Portugezen waren er al veel eerder mee begonnen. En niet alleen heeft die periode eeuwenlang geduurd, het ging ook over ontzettend veel mensen: De Nederlandse slavenhouders hebben zo’n 600.000 Afrikanen verscheept, door Europese slavenhouders samen zijn er naar schatting 12 miljoen Afrikanen verscheept tussen de 15e en 19e eeuw. Bovendien maakte Nederland ook via de Verenigde Oost-Indische Compagnie op uitgebreide schaal gebruik van de inzet van tot slaaf gemaakten. En dit alles om zelf schatrijk te worden.

Uit het boek Jeremia heeft Bart net een brief voorgelezen die vanuit Jeruzalem werd gestuurd naar de Israelieten die uit Israël gedeportreerd waren naar Babel, een stad verweg, een stad van heidenen. Deportatie is vreselijk, weggerukt worden uit alles wat je lief en vertrouwd is, maar in Babel konden ze in elk geval wel gewoon wonen en werken en bijdragen aan de bloei van de stad. De Joden hebben trouwens veel vaker deportaties meegemaakt, die veel minder goed afliepen, om het zacht uit te drukken.

De tactiek is dus van alle eeuwen – mensen deporteren uit hun eigen land. Welbewust ontwortelen. Zo ging dat met de tot slaaf gemaakte Afrikanen ook: uit allerlei plaatsen in Afrika werden zij geronseld of gekocht van slavenhandelaren daar, ze konden elkaar dus vaak helemaal niet verstaan, in het ruim van schepen gegooid, letterlijk, als haringen in een ton, en o.a. naar Suriname gebracht. Een groot aantal van deze Afrikanen heeft deze tocht helemaal niet overleefd, de omstandigheden in de schepen waren erbarmelijk, veel anderen zijn om het leven gekomen door Europese ziektes of zijn vermoord. Wie overbleef had een vreselijk leven op de plantages van structurele mishandeling, uitbuiting, misbruik, ledematen werden afgehakt, mensen werden gebrandmerkt, tot in het gezicht aan toe, ze werden ontmenselijkt. De tot slaaf gemaakten hadden geen enkel recht, de plantages functioneerden als gevangenis. Met de kennis van nu zeggen we: dit was een misdaad tegen de menselijkheid.

En wat hebben wij hier nou mee te maken? Wij zijn persoonlijk natuurlijk geen slavenhandelaar geweest. Maar onderzoek heeft de laatste jaren wel duidelijk gemaakt, dat het feit dat ons land zo rijk zijn, en dat wij vooral in de grote steden over zulke prachtige gebouwen beschikken, en zo’n schatrijk koningshuis hebben, en dat de kerk in eerdere eeuwen ook zo rijk was, dat dat voor een groot deel allemaal te danken is aan de inkomsten uit de slavernij. Op die manier hebben wij er zeker mee te maken. Profiteren wij nog steeds van de slavernij.

En het komt nog dichterbij: alle kerken waren aanwezig in Suriname en de Cariben,  slavenhandelen waar lid van de kerkenraden, predikanten hadden zelf slaven, en de belangen van de kerken en van de staat liepen goeddeels parallel. Onze broeders en zusters en voorgangers in het geloof zaten er dus met huid en haar in. En zo erg lang geleden is het helemaal niet.

En er is nog iets. Meer en meer blijkt dat de mensen die afstammen van tot slaaf gemaakten, het trauma van de slavernij met zich meedragen. Dat is al lang bekend, dat trauma’s door generaties heen worden doorgegeven. Misschien kent u dat ook uit uw eigen familie. Mensen die afstammen van tot slaaf gemaakten voelen tot op heden de pijn over wat hun voorouders is aangedaan, en vaak komen ze mede daardoor niet verder in het leven maar lopen op de een of andere manier vast. Dat gaat dus over onze buren, collega’s, mensen die we tegenkomen in organisaties, mensen die voor je komen zorgen.

Laten wij ons in elk geval bewust zijn van dit stuk van onze geschiedenis. Van de pijn en het grote onrecht dat in naam van ons land is begaan. En laten we open staan voor de mensen die die pijn dragen. Vraag ernaar, luister, schep ruimte voor hun ervaring. Treed buiten je eigen veilige kring en open je.

Zo lees ik ook de tekst uit het Evangelie van vandaag. Wij kunnen wel onze veiligheid proberen te zoeken bij degenen die ons vertrouwd zijn, familie, maar daar is Jezus niet van. Dat is veiligheid van eigen makelij. Die wil Jezus ons juist ontnemen lijkt het wel. Ik kom een wig drijven …. zegt hij. Zijn Koninkrijk vraagt om mensen die durven breken met wie vertrouwd zijn, of met opvattingen die je vertrouwd zijn, of met situaties die je vertrouwd zijn. Zijn Koninkrijk vraagt om mensen die daarmee durven breken en die bereid zijn hun vertrouwen in de allereerste plaats op God te stellen en zich dan open te stellen voor de ander.

Zo deed Abraham dat ook, toen een Stem hem riep om zijn familie en land achter te laten om op weg te gaan naar een land dat God hem zou wijzen. Hij wist bij vertrek nog helemaal niet waar hij terecht zou komen, maar God wees hem de weg. En hij ging.

Zo worden wij ook uitgenodigd, zelfs aangemoedigd, om ons te oefenen in het vertrouwen op God, en niet op mensen, zelfs niet op onze familie. Er zijn veel getuigenissen van tot slaaf gemaakten, waarin duidelijk is dat zij hun vertrouwen op God stelden, dat zij vertrouwden dat Hij hun zou bevrijden. In dat vertrouwen gaan zij ons voor. Wij hoeven goddank niet bevrijd te worden uit de slavernij zoals we die nu herdenken. Wij worden over het algemeen ook niet geroepen familie en land achter te laten zoals Abraham. Maar laten we wel voor onszelf nagaan, wat ons gevangen houdt. En dan bidden en werken en op God vertrouwen om daaruit bevrijd te worden.

Amen

2 juli 2023
Ds. de Vries
Maranathakerk

Jeremia 29: 1, 4-14

MattheĆ¼s 10: 34-39